Een strand is een strook land met weinig of geen vegetatie (planten) aan het water van een zee, meer, plas of rivier.
Een strand loopt af richting het water en gaat over in de bodem van dat water. Meestal bestaat een strand uit zand, soms uit kiezelstenen of schelpen.
Sommige stranden bestaan uit vulkanisch zand en zijn dan zwart van kleur.

Om bij het strand te komen mag je niet zomaar door de duinen heenlopen.
Als iedereen dat zou doen, gaan de duinen kapot. Daarom zijn ze beschermd.
Vaak zijn er wel wandelpaden door de duingebieden en paadjes naar het strand aangelegd, zoals je op de foto kunt zien.

Als het lekker weer is trekken veel
mensen erop uit om aan het strand van de zon en de zee te genieten.
Dat is erg leuk, maar het kan er soms heel erg druk zijn.
Alle mensen liggen hutje mutje naast
elkaar.
Zeker als het vloed is, want dan is het strand ook nog eens extra smal.

Als het gestormd heeft, spoelt er van alles aan. Vaak zijn het voorwerpen die van een schip overboord zijn geslagen of die afkomstig zijn van een schip dat vergaan is. De strandjutter gaat op zoek naar spullen die apart zijn, of nog waarde hebben. Spullen die waarde hebben moeten worden ingeleverd bij de strandvoogd.
De vinder (jutter) kan aanspraak maken op een deel van het vindersloon.

Schelpdieren komen voor in alle wereldzeeën en oceanen. Maar overal komen weer andere voor. Ze zien er soms erg mooi uit. Denk erom, dat je van je vakantieadres nooit zomaar schelpen meeneemt. Je kunt een fikse boete krijgen bij de douane. Zoek dus eerst goed uit wat je wel mag meenemen en hoeveel.

Op deze plaat zie je nog wat vogelsoorten die we aan de kust kunnen aantreffen.
Op de voorgrond de scholekster, tureluur en de drieteenstrandloper.
De vliegende vogel met de zwarte kop is het visdiefje.
Hij hoort thuis in de familie van de sterns.

Aan de kust zie je veel mensen surfen.
In Nederland zijn de golven niet zo hoog, dat je zonder zeil kunt surfen. Het zeil 'vangt' de wind en dan schiet je vooruit. We kunnen het hier heel goed. Nederland is zelfs Olympisch kampioen, wist je dat? Wees altijd wel voorzichtig op in en op zee. Ga nooit met een rubber bootje de zee op, en pas op met zwemmen !!

Download de woordzoeker, kruiswoordpuzzel of andere puzzel van deze Flipping-pagina.
De afbeeldingen die je op deze Flipping-pagina ziet, kun je omdraaien door erop te klikken.
In de tekst kom je woorden tegen, die je ook kunt vinden in de puzzel die je gedownload hebt. Bij een woordzoeker lees je een zin als je alle woorden hebt ingevuld.
Voor je juf of meester is er ook een antwoordblad 

Langs de Nederlandse kust vinden we het duingebied. De Nederlandse duinenrij is wel honderd kilometer lang en beschermt ons lage land tegen overstromingen.
De duinen zijn ontstaan door invloed van de zee, de wind en de begroeiing van planten die goed tegen de zoute zeewind kunnen.

Dit is helmgras. De wortels zijn heel lang, ze gaan diep de grond in. Hierdoor houden ze het zand van de duinen vast. Dan kan de wind niet zo gemakkelijk het zand wegblazen. Je ziet helmgras heel veel aangeplant in de zeereep, dat is de duinrand vlak langs de zee. Andere planten die hier goed groeien zijn biestarwegras, zeewinde en de blauwe zeedistel.

Als je denkt dat het hier op het strand druk kan zijn, moet je maar eens naar deze foto kijken. Dit wereldberoemde strand kun je vinden in Brazilië in de stad Rio de Janeiro.
Je kent in Rio misschien wel dat hele grote beeld van Jezus op de berg. Het strand heet de Copacabana. Het is er altijd superdruk. Je kunt er over de hoofden lopen.

Op Texel is een juttersmuseum, waar je in allerlei ruimtes kunt zien wat er allemaal op het strand aanspoelt.
Het is echt ongelooflijk.
Op de foto zie je maar ongeveer 1/20 deel.

Mosselen ken je vast wel, die zwarte tweekleppige schelpdieren, die je ook heel goed kunt eten. Mosselen leven in grote groepen in zee bij elkaar op bijvoorbeeld grote stenen, houten palen of een harde kleibodem, waar ze zich met een soort draden aan vast hechten. Dat noem je een mosselbank. Ze leven van de kleine diertjes die in het water 'zweven'.

Langs de kust en in zee vind je veel soorten dieren en planten. Veel te veel om allemaal op te noemen. Maar je vindt vissen, zeezoogdieren, kreeftachtigen, heel veel soorten vogels en nog heel veel meer!
Natuurtekenaar Jasper de Ruiter maakte twee mooie natuur-speurkaarten over strand en zee. Een grote afbeelding vind je HIER.

Niet overal langs de kust liggen duinen.
In de provincie Noord-Holland liggen langs de kust grote zeedijken om ons land tegen overstromingen te beschermen.
Bijvoorbeeld de Hondsbossche Zeewering. Dit is een 5,5 km lange dijk in de buurt van Petten, op een plaats waar een stormvloed in de Middeleeuwen door de oorspronkelijke duinen is doorgebroken.

De plaats waar de golven op het strand komen rollen noem je de branding.
Je kunt daar lekker spelen, maar als de golven te hoog zijn, kan het ook erg gevaarlijk zijn. Pas dus op!
In 24 uur is het twee keer eb (laag water en dus een breed strand) en twee keer vloed (hoog water en een smal strand).

De zee is niet altijd rustig. Soms kan ze behoorlijk te keer gaan, zeker als er een harde stormwind waait. De vuurtoren op de foto verdwijnt bijna helemaal in de
golven. Een harde storm is ook een groot probleem voor het strand en de duinenrij. Veel van het zand wordt weggespoeld of weggeslagen. Dan moet het snel weer gerepareerd worden. Ze spuiten dan zand uit zee weer op het strand.

Aan het strand kun je veel soorten schelpen vinden. Schelpen zijn de huisjes van schelpdieren. Het kunnen tweekleppige schelpen zijn of huisjes, zoals bij een slak. Ze zijn er in alle soorten, maten en kleuren.
Als in Nederland de wind uit het oosten waait vind je veel schelpen. Dat komt omdat er dan een aanlandige onderstroom is vanuit zee.

Langs de kust zie je veel soorten meeuwen, zoals de grote en kleine mantelmeeuw, de zilvermeeuw en de zwartkopmeeuw. Meeuwen eten prooien en aas. Prooien zijn meestal visjes en kleine krabben. Maar ze eten ook van alles dat mensen weggooien of zitten te eten. Dat kan best irritant zijn. Op een terras ben je zó je halve hamburger kwijt, als je niet goed oppast!

Langs de hele kust kun je vuurtorens vinden. Ze heten zo, omdat vroeger bovenin de toren een echt vuur brandde als er
gevaar was voor de schepen. Nu brandt er een sterke lamp achter het lampglas,
boven in de toren. Het wordt versterkt door lenzen en spiegels. Het lichtsignaal dat je ziet als je vanaf ver kijkt is voor elke vuurtoren anders. Je noemt dat het 'karakter' van de vuurtoren.

Zwemmen in zee kan gevaarlijk zijn.
Als je in een mui terecht komt: raak niet in paniek, verzet je niet tegen de stroming, maar laat je meedrijven met de stroming. Zwaai met je armen en probeer aandacht te trekken. Zodra de  stroming minder wordt zwem je links of rechts schuin weg uit de stroming. Zwem naar de kust waar je de branding ziet, totdat je weer kunt staan en uitrusten.